DE MIDDELEEUWEN OLDAMBT EN DE CLEYNE HORTUS

Dagelijks leven

over het Licht van de Wereld

Het humanisme dat uiteindelijk is ontstaan in geheel Europa heeft duidelijk ook sterke wortels in de samenleving van de Noordelijke Lage Landen. Opmerkelijk is, dat het in een klooster was, waar gestalte werd gegeven aan nieuwe en humane ideeën. Maar zo opvallend is dat ook weer niet, omdat in oorsprong liefde de dragende kracht was voor de ontwikkeling van humane gedachten omtrent rechtvaardigheid, vredelievendheid en begrip. In de academie van de Cisterciënzerabdij van Aedwert of Aduard, gelegen nabij de stad Groningen, kwamen vanaf omstreeks 1460 een dertigtal wetenschappers uit West Europa bijeen. Ze werden bekend onder de naam Aduarder kring. Wessel Gansfort en Rudolf Agricola waren één van de eerste Noordelijke humanisten en voorgangers van de nieuwe stroming. De Aduarder kring heeft een doorslaggevende rol gespeeld in de ontwikkeling van humanistische gedachten in Noordwest Europa en verder.

Wessel Gansfort was een belangrijk wetenschapper en arts. Hij kende vele talen en dat gaf hem toegang tot evenzoveel manuscripten. Hij reisde door heel West Europa en gaf les. Hij werd bekend onder de naam Lux Mundi of Licht van de wereld. In 1481 vestigde hij zich definitief in de stad Groningen. Zijn werk werd beïnvloed door het gedachtegoed van de Moderne Devotie. Hij was duidelijk een voorloper van de Reformatie. Wessel Gansfort was tegen mirakelboeken en heiligenvereringen. Hij was zeer kritisch over de kerk, de pausen en de concilies. Hij was zeer negatief over het systeem van aflaten, god was vergevingsgezinder dan de kerk de gelovige voorhield, en het vagevuur was niets meer en niets minder dan een geestelijke reiniging.

Met name tijdens de concilies werd er door de christelijke kerk van alles beslist en geconcludeerd over de schepping, god en de kosmos en bijbelse teksten. Daarmee ontstonden de kerkelijke dogma’s. In dat kader dient het allereerste concilie, het Concilie van Nicea, als voorbeeld. Dat vond plaats in 325, waar men een en ander besloot over onder andere de oersubstantie en de drie-eenheid. Dat concilie had duidelijk een politieke lading. Er zouden nog vele concilies volgen. Veel van de besluiten over een en ander vond Wessel Gansfort niet belangrijk en de mensen die beslisten konden fouten maken. Zij vulden ook maar in wat god mogelijk had bedoeld. De christelijke leerstellingen waren al vanaf het ontstaan van de Romeinse christelijke staatsgodsdienst doorspekt geraakt met door macht geïnspireerde gedachten. De bijbel was taalkundig belangrijker, aldus Gansfort en de gelovige mocht zich verzetten tegen de kerk. Hij was een inspiratiebron voor velen, ook voor de reformist Maarten Luther. Luther beval diens manuscripten aan.



















In Wessel Gansfort woedde hetzelfde debat, dat werd gevoerd tijdens de Hoge Middeleeuwen. Het was het geloofsdebat tussen de realisten en de nominalisten. Tijdens dat debat stond centraal de beantwoording van de vraag:

Is het goede goed, omdat god wenst dat het goed is, of is het zo dat god het goede wenst omdat het goed is?

Het is een wereld van verschil tussen enerzijds de opvattingen van de veranderingsgezinde nominalisten en anderzijds de opvattingen van de niet veranderingsgezinde realisten. De stroming van de nominalisten stelde met zoveel woorden dat god wenst dat het goed is. Daarmee kreeg de mens duidelijk bewegingsruimte. De nominalisten ontwikkelden niet voor niets de uitdrukking fac quod in te est of doe wat in je vermogen ligt.

De stroming van de realisten stelde dat god het goede wenst omdat het goed is en daarmee werd de bestaande geloofssituatie voortgezet. Immers, als god het goede wenst, omdat het goed is, dan bepaalt deze god ook wat goed is en wat niet. Het goede ligt als het ware al vast.

















Wessel Gansfort maakte een grote transformatie mee. Hij ontwikkelde zich namelijk van het realisme naar het nominalisme en van hieruit ontstonden humanistische gedachten. Het goede was niet goed omdat god zei dat het goed was, het goede werd voor Wessel Gansfort goed, omdat god wenste dat het goed was. De mens had een vrije wil gekregen om als het ware het goede tot stand te brengen.

Ook Rudolf Agricola kan worden beschouwd als een grondlegger van het Noordelijke humanisme. Hij genoot een goede opleiding in verschillende steden in West Europa en kende ook vele verschillende (oude) talen. Ook hij had toegang tot vele, vaak originele manuscripten. Hij tekende, componeerde muziek en stond bekend als een uitzonderlijk redenaar. Hij werd in 1479 secretaris van de stad Groningen. In 1481 werd hij vertegenwoordiger van deze stad aan het hof van keizer Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk. De in geheel West Europa inmiddels gevierde schrijver en filosoof Desiderius Erasmus had zijn eigen voorgangers nodig om zijn weg naar het humanisme te vinden. Een daarvan was Rudolf Agricola. Erasmus hoorde Agricola spreken tijdens een voordracht omstreeks 1484. Hij zei dat de voordracht één van de hoogtepunten was uit diens leven. Rudolf Agricola beschouwde hij als Bron van een fontein.

Naast Wessel Gansfort, Rudolf Agricola en Desiderius Erasmus waren er in Europa maar enkele geleerden die in staat waren om Grieks te lezen uit de Griekse Oudheid. Deze oude taal werd het uitgangspunt voor de eerste Noordelijke humanisten. Zij gingen daarmee rechtstreeks terug naar de oude Griekse cultuur. Ze ontwikkelden een zienswijze die los stond van de bestaande christelijke dogma’s. Hun overtuiging was dat de mens een vrije wil had gekregen om al doende het goede tot stand te kunnen brengen. Voor de mens was dat een leerproces. Het gaf de mens echter ook de volledige verantwoordelijkheid voor de eigen daden en het eigen gedachtengoed. Bij dat alles bleef liefde als verbindende kracht altijd van het grootste belang.


Bovenstaande tekst vindt haar basis in kosmisch denken in de middeleeuwen met de ondertitel over denken, geloven en ander gedachtegoed. Dat is het twaalfde boek uit de twaalfdelige serie vore ene maeltijt met smakelijcheit. Deze serie wordt door ons in 2024/2025 uitgegeven. Zie voor verdere informatie het hoofdstuk BOEKEN van deze website.


AFBEELDINGEN

1. Een priester leest een preek voor aan het leger van Venus, Roman de la Rose, manuscript van omstreeks 1495, graafschap Vlaanderen,
British Library

2. Een dialoog tussen een geleerde en een ridder, Le Songe du Vergier, manuscript uit 1378, koninkrijk Frankrijk,
British Library